Op een zonnige herfstdag ben ik op weg naar de verjaardag van mijn kleine nichtje in Friesland. Meestal gaat de route door Drenthe, maar deze keer besluit ik de Friese route via de A32 te volgen. Bij Wolvega rechtsaf naar Oosterwolde. Vlakbij de afslag moet ik opeens aan het stationsplein van Wolvega denken.
In een ver verleden (1992) heb ik daar een inrichtingsplan voor mogen maken toen het fraaie Waterstaatstation gerenoveerd werd. Hoe zou het zijn met de twee lindebomen op het plein? Na bijna 25 jaar moeten dat de mooie bomen zijn die ik ooit voor ogen had. Het plein zal een prettig lommerrijk plekje zijn. Had ik ook een bankje bedacht? Dan kan ik zo dadelijk lekker in het zonnetje zitten en mijmeren over lang geleden.
Het is niet moeilijk om het station te vinden. Over het spoor rechts en ik zie de rij lindes langs de weg staan, die indertijd de aanleiding waren om ook lindes op het stationsplein toe te passen. Ook toen had ik al aandacht voor de relatie met de omgeving, stel ik tevreden vast. Maar ik zie ook dat de bomen niet zo groot zijn als zouden moeten zijn na ruim 25 jaar. Maar de grootste schok volgt snel. Als ik aankom bij het stationsplein zie een grote verharde vlakte. Geen lindeboom meer te zien!
Ik parkeer de auto, constateer dat de lindes op de parkeerplaats er nog zijn, en loop het plein op. De plantvakken zijn nog herkenbaar, keurig dicht gestraat met zwarte stenen. Wat een droefenis! Ik herken het bestratingspatroon op het plein. Waarschijnlijk zou ik dat nu nog steeds zo ontwerpen. Maar die betonstenen, dat kan de bedoeling toch niet geweest zijn? Of heb ik de bezuinigingsronde verdrongen?
Het stationsgebouw staat me toe stralen in de zon. Treinkaartjes zijn er niet meer te koop, maar het ziet er goed uit als bloemenwinkel. Ik loop naar binnen en raak aan de praat met de aardige verkoopster. Ik vertel haar over mijn sentimentele bezoek en het gemis van de lindebomen. Ja, die bomen, vorig jaar stonden ze er nog. Maar ze waren al jaren halfdood, dus de gemeente heeft ze weggehaald. Ze vond het wel fijn, want nu was er meer ruimte om het de bestelauto te kunnen manoeuvreren. Daar zit wel wat in, zei ik. Maar ik dacht ondertussen dat het plein ook met twee bomen ruim genoeg was om te kunnen wenden en keren. Ik zag in gedachte de uitgestalde bloemen mooi onder die lommerrijke lindebomen staan.
Opeens bedacht de verkoopster iets. Kijk, daar zijn de stammen van de bomen. We hebben ze verwerkt in een bloemstuk. Ze wijst naar de grote tafel, in de ruimte die ooit wachtkamer was. Ik zie “mijn bomen” en heb vrede met hun lot. Het is beter om in een bloemstuk in het stationsgebouw te eindigen, dan te kwarren op het plein ervoor. Maar het plein verdient beslist een paar nieuwe bomen!
Tekening: studioSK/Movares met dank aan Paul v.d. Ree